![]() |
A= broedkast, B=latei, C=dakrand, D=dakgoot |
Josef brengt zijn kleintjes hele duiven en die worden zo op de latei geworpen.
Maria patrouilleert rond de toren om meeuwen weg te jagen.
Nummer 1 vloog naar de dakrand van de kerk. Zij heeft daar even uitgeblazen en is toen over de dakrand gaan lopen. Werd stevig belaagd door Zilvermeeuwen, die ongenadig op de huid werden gezeten door Maria. De veren van de meeuwen vlogen in het rond.
Het kleintje vloog opeens op, maakte een mooie vlucht over de huizen en landde weer op de dakrand. Daar gleed ze vanaf en kwam in de goot terecht. Later vloog ze weer naar de latei.
Maria liet nog even zien hoe je een perfecte landing op de dakrand maakt.
Nummer 2 aan de voorkant van de kerk.
Nummer 2 probeerde geregeld tegen het dak op te lopen. Dat gaat een halve meter goed maar dan krijgt de zwaartekracht toch vat op haar.
En dat alles onder het waakzaam oog van Maria.